Summary
Dutch to Swedish: more detail...
- uitgezonderd:
- uitzonderen:
-
Wiktionary:
- uitzonderen → utdela
Dutch
Detailed Translations for uitgezonderd from Dutch to Swedish
uitgezonderd:
-
uitgezonderd (tenzij)
-
uitgezonderd (behalve; met uitsluiting van; buiten)
Translation Matrix for uitgezonderd:
Conjunction | Related Translations | Other Translations |
- | behalve | |
Modifier | Related Translations | Other Translations |
i händelse | tenzij; uitgezonderd | |
ifallet | tenzij; uitgezonderd | |
med undagtag av | behalve; buiten; met uitsluiting van; uitgezonderd | |
såvida inte | tenzij; uitgezonderd | |
utan | behalve; buiten; met uitsluiting van; uitgezonderd | buiten; zonder |
Related Words for "uitgezonderd":
Synonyms for "uitgezonderd":
Related Definitions for "uitgezonderd":
uitzonderen:
-
uitzonderen
Conjugations for uitzonderen:
o.t.t.
- zonder uit
- zondert uit
- zondert uit
- zonderen uit
- zonderen uit
- zonderen uit
o.v.t.
- zonderde uit
- zonderde uit
- zonderde uit
- zonderden uit
- zonderden uit
- zonderden uit
v.t.t.
- heb uitgezonderd
- hebt uitgezonderd
- heeft uitgezonderd
- hebben uitgezonderd
- hebben uitgezonderd
- hebben uitgezonderd
v.v.t.
- had uitgezonderd
- had uitgezonderd
- had uitgezonderd
- hadden uitgezonderd
- hadden uitgezonderd
- hadden uitgezonderd
o.t.t.t.
- zal uitzonderen
- zult uitzonderen
- zal uitzonderen
- zullen uitzonderen
- zullen uitzonderen
- zullen uitzonderen
o.v.t.t.
- zou uitzonderen
- zou uitzonderen
- zou uitzonderen
- zouden uitzonderen
- zouden uitzonderen
- zouden uitzonderen
en verder
- ben uitgezonderd
- bent uitgezonderd
- is uitgezonderd
- zijn uitgezonderd
- zijn uitgezonderd
- zijn uitgezonderd
diversen
- zonder uit!
- zondert uit!
- uitgezonderd
- uitzonderend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
uitzonderen
Translation Matrix for uitzonderen:
Noun | Related Translations | Other Translations |
uteslutande | uitzonderen | uitsluitsels |
Verb | Related Translations | Other Translations |
utesluta | uitzonderen | bannen; bezweren; buitensluiten; schorsen; suspenderen; uitbannen; uitsluiten; uitstoten; uitwijzen; uitzetten; verbannen; verdrijven; verjagen; wegjagen; weglaten |
Modifier | Related Translations | Other Translations |
uteslutande | alleen; enig; enkel; exclusief; uitsluitend |
Wiktionary Translations for uitzonderen:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• uitzonderen | → utdela | ↔ dispenser — exempter de la règle ordinaire, par faveur spéciale, ou simplement exempter de quelque chose. |