Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. uitkafferen:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for uitkafferen from Dutch to Swedish

uitkafferen:

uitkafferen verbe (kaffer uit, kaffert uit, kafferde uit, kafferden uit, uitgekafferd)

  1. uitkafferen (uitfoeteren; uitschelden; uitvloeken)
    skälla ut; gräla på
    • skälla ut verbe (skäller ut, skällde ut, skällt ut)
    • gräla på verbe (grälar på, grälade på, grälat på)

Conjugations for uitkafferen:

o.t.t.
  1. kaffer uit
  2. kaffert uit
  3. kaffert uit
  4. kafferen uit
  5. kafferen uit
  6. kafferen uit
o.v.t.
  1. kafferde uit
  2. kafferde uit
  3. kafferde uit
  4. kafferden uit
  5. kafferden uit
  6. kafferden uit
v.t.t.
  1. heb uitgekafferd
  2. hebt uitgekafferd
  3. heeft uitgekafferd
  4. hebben uitgekafferd
  5. hebben uitgekafferd
  6. hebben uitgekafferd
v.v.t.
  1. had uitgekafferd
  2. had uitgekafferd
  3. had uitgekafferd
  4. hadden uitgekafferd
  5. hadden uitgekafferd
  6. hadden uitgekafferd
o.t.t.t.
  1. zal uitkafferen
  2. zult uitkafferen
  3. zal uitkafferen
  4. zullen uitkafferen
  5. zullen uitkafferen
  6. zullen uitkafferen
o.v.t.t.
  1. zou uitkafferen
  2. zou uitkafferen
  3. zou uitkafferen
  4. zouden uitkafferen
  5. zouden uitkafferen
  6. zouden uitkafferen
en verder
  1. ben uitgekafferd
  2. bent uitgekafferd
  3. is uitgekafferd
  4. zijn uitgekafferd
  5. zijn uitgekafferd
  6. zijn uitgekafferd
diversen
  1. kaffer uit!
  2. kaffert uit!
  3. uitgekafferd
  4. uitkafferend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for uitkafferen:

NounRelated TranslationsOther Translations
skälla ut afsnauwen; uitvallen tegen
VerbRelated TranslationsOther Translations
gräla på uitfoeteren; uitkafferen; uitschelden; uitvloeken beknorren
skälla ut uitfoeteren; uitkafferen; uitschelden; uitvloeken intimideren; ringeloren; tiranniseren; uitbrander geven

Wiktionary Translations for uitkafferen:


Cross Translation:
FromToVia
uitkafferen förebrå; förevita; råma; hota gronder — Faire entendre un bruit sourd, parler des animaux, du tonnerre ou du vent.
uitkafferen förebrå; förevita sermonner — (familier, fr) Faire des remontrances ennuyeux et hors de propos.