Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. uitzonderlijke:
  2. uitzonderlijk:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for uitzonderlijke from Dutch to Swedish

uitzonderlijke:


uitzonderlijk:

uitzonderlijk adj

  1. uitzonderlijk (zeldzaam; raar; zelden; )
  2. uitzonderlijk (zeldzaam)

Translation Matrix for uitzonderlijk:

ModifierRelated TranslationsOther Translations
exeptionellt uitzonderlijk; zeldzaam buitengemeen; hoogst; uitzonderlijke; zeer
ovanlig uitzonderlijk; zeldzaam bijzonder; buitengewoon; curieus; ergst; exclusief; extreem; grootst; hoogst; maximaal; meest; merkwaardig; ongebruikelijk; speciaal; uiterst; uitzonderlijke; vreemd
ovanligt uitzonderlijk; zeldzaam bijzonder; buitengewoon; curieus; ergst; exclusief; extreem; grootst; hoogst; maximaal; meest; merkwaardig; ongebruikelijk; speciaal; uiterst; uitzonderlijke; vreemd
sällsynt ongemeen; ongewoon; raar; schaars; uitzonderlijk; uniek; zelden; zeldzaam apart; buitenissig; dun; excentriek; extravagant; ijl; typisch; van geringe dichtheid; vreemd

Related Words for "uitzonderlijk":

  • uitzonderlijkheid, uitzonderlijker, uitzonderlijkere, uitzonderlijkst, uitzonderlijkste, uitzonderlijke

Wiktionary Translations for uitzonderlijk:

uitzonderlijk
adjective
  1. niet alledaags, niet gewoon

Cross Translation:
FromToVia
uitzonderlijk enastående; utmärkt singular — distinguished by superiority