Dutch
Detailed Translations for verbondenheid from Dutch to Swedish
verbondenheid:
-
de verbondenheid (saamhorigheid; solidariteit; eensgezindheid)
-
de verbondenheid (lotsverbondenheid)
Translation Matrix for verbondenheid:
Related Words for "verbondenheid":
verbonden:
-
verbonden (een eenheid vormend; samenhangend; verenigd; aaneengesloten)
-
verbonden (aaneengehecht; aangevoegd; gekoppeld)
förenat; sammanfogat; hopfästad; sammanfogad; fästat; hopfästat-
förenat adj
-
sammanfogat adj
-
hopfästad adj
-
sammanfogad adj
-
fästat adj
-
hopfästat adj
-
Translation Matrix for verbonden:
Noun | Related Translations | Other Translations |
allianser | liga's; unies; verbonden | |
förbund | liga's; unies; verbonden | ambachtsgilde; associatie; bond; bonden; club; coalitie; federaties; gilde; liga's; orde; organisatie; unie; unies; vakgenootschap; verbond; vereniging |
Modifier | Related Translations | Other Translations |
forma en enhet | aaneengesloten; een eenheid vormend; samenhangend; verbonden; verenigd | |
fästat | aaneengehecht; aangevoegd; gekoppeld; verbonden | vastgemaakt |
förenat | aaneengehecht; aangevoegd; gekoppeld; verbonden | aangehecht; aangesloten; eendrachtig; eensgezind; harmonieus; saamhorig; vastgehecht |
hopfästad | aaneengehecht; aangevoegd; gekoppeld; verbonden | |
hopfästat | aaneengehecht; aangevoegd; gekoppeld; verbonden | |
sammanfogad | aaneengehecht; aangevoegd; gekoppeld; verbonden | verkleefd |
sammanfogat | aaneengehecht; aangevoegd; gekoppeld; verbonden | verkleefd |