Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. vergoddelijken:


Dutch

Detailed Translations for vergoddelijken from Dutch to Swedish

vergoddelijken:

vergoddelijken verbe (vergoddelijk, vergoddelijkt, vergoddelijkte, vergoddelijkten, vergoddelijkt)

  1. vergoddelijken
    dyrka; avguda; upphöja till gud
    • dyrka verbe (dyrkar, dyrkade, dyrkat)
    • avguda verbe (avgudar, avgudade, avgudat)
    • upphöja till gud verbe (upphöjer till gud, upphöjde till gud, upphöjt till gud)

Conjugations for vergoddelijken:

o.t.t.
  1. vergoddelijk
  2. vergoddelijkt
  3. vergoddelijkt
  4. vergoddelijken
  5. vergoddelijken
  6. vergoddelijken
o.v.t.
  1. vergoddelijkte
  2. vergoddelijkte
  3. vergoddelijkte
  4. vergoddelijkten
  5. vergoddelijkten
  6. vergoddelijkten
v.t.t.
  1. heb vergoddelijkt
  2. hebt vergoddelijkt
  3. heeft vergoddelijkt
  4. hebben vergoddelijkt
  5. hebben vergoddelijkt
  6. hebben vergoddelijkt
v.v.t.
  1. had vergoddelijkt
  2. had vergoddelijkt
  3. had vergoddelijkt
  4. hadden vergoddelijkt
  5. hadden vergoddelijkt
  6. hadden vergoddelijkt
o.t.t.t.
  1. zal vergoddelijken
  2. zult vergoddelijken
  3. zal vergoddelijken
  4. zullen vergoddelijken
  5. zullen vergoddelijken
  6. zullen vergoddelijken
o.v.t.t.
  1. zou vergoddelijken
  2. zou vergoddelijken
  3. zou vergoddelijken
  4. zouden vergoddelijken
  5. zouden vergoddelijken
  6. zouden vergoddelijken
diversen
  1. vergoddelijk!
  2. vergoddelijkt!
  3. vergoddelijkt
  4. vergoddelijkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for vergoddelijken:

VerbRelated TranslationsOther Translations
avguda vergoddelijken
dyrka vergoddelijken aanbidden; adoreren; verafgoden
upphöja till gud vergoddelijken