Dutch

Detailed Translations for verkwikken from Dutch to Swedish

verkwikken:

verkwikken verbe (verkwik, verkwikt, verkwikte, verkwikten, verkwikt)

  1. verkwikken (verfrissen; opfrissen; verlevendigen)
    uppliva; friska upp; väcka till liv
    • uppliva verbe (upplivar, upplivade, upplivat)
    • friska upp verbe (friskar upp, friskade upp, friskat upp)
    • väcka till liv verbe (väcker till liv, väckte till liv, väckt till liv)
  2. verkwikken (opfrissen; verfrissen; verkoelen; verlevendigen)
    fräscha upp
    • fräscha upp verbe (fräschar upp, fräschade upp, fräschat upp)
  3. verkwikken (opmonteren; blij maken; opfleuren; vrolijker worden)
    uppmuntra; göra glad; muntra upp
    • uppmuntra verbe (uppmuntrar, uppmuntrade, uppmuntrat)
    • göra glad verbe (gör glad, gjorde glad, gjort glad)
    • muntra upp verbe (muntrar upp, muntrade upp, muntrat upp)
  4. verkwikken (verfrissen)
    uppfriska; förfriska
    • uppfriska verbe (uppfriskar, uppfriskade, uppfriskat)
    • förfriska verbe (förfriskar, förfriskade, förfriskat)

Conjugations for verkwikken:

o.t.t.
  1. verkwik
  2. verkwikt
  3. verkwikt
  4. verkwikken
  5. verkwikken
  6. verkwikken
o.v.t.
  1. verkwikte
  2. verkwikte
  3. verkwikte
  4. verkwikten
  5. verkwikten
  6. verkwikten
v.t.t.
  1. ben verkwikt
  2. bent verkwikt
  3. is verkwikt
  4. zijn verkwikt
  5. zijn verkwikt
  6. zijn verkwikt
v.v.t.
  1. was verkwikt
  2. was verkwikt
  3. was verkwikt
  4. waren verkwikt
  5. waren verkwikt
  6. waren verkwikt
o.t.t.t.
  1. zal verkwikken
  2. zult verkwikken
  3. zal verkwikken
  4. zullen verkwikken
  5. zullen verkwikken
  6. zullen verkwikken
o.v.t.t.
  1. zou verkwikken
  2. zou verkwikken
  3. zou verkwikken
  4. zouden verkwikken
  5. zouden verkwikken
  6. zouden verkwikken
diversen
  1. verkwik!
  2. verkwikt!
  3. verkwikt
  4. verkwikkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for verkwikken:

NounRelated TranslationsOther Translations
uppmuntra bemoedigingen
VerbRelated TranslationsOther Translations
friska upp opfrissen; verfrissen; verkwikken; verlevendigen
fräscha upp opfrissen; verfrissen; verkoelen; verkwikken; verlevendigen
förfriska verfrissen; verkwikken verversen
göra glad blij maken; opfleuren; opmonteren; verkwikken; vrolijker worden verheugen
muntra upp blij maken; opfleuren; opmonteren; verkwikken; vrolijker worden
uppfriska verfrissen; verkwikken verversen
uppliva opfrissen; verfrissen; verkwikken; verlevendigen
uppmuntra blij maken; opfleuren; opmonteren; verkwikken; vrolijker worden aanmoedigen; aanvuren; aanzetten tot; bejubelen; bemoedigen; bezielen; geruststellen; iemand begunstigen; instigeren; moed inspreken; motiveren; opbeuren; provoceren; stimuleren; toejuichen; toemoedigen; voorschuiven; voortrekken
väcka till liv opfrissen; verfrissen; verkwikken; verlevendigen opwekken; opwinden; prikkelen; stimuleren
ModifierRelated TranslationsOther Translations
uppmuntra opgekikkerd; opgeknapt

Related Translations for verkwikken