Interglot - "verlichten" translated from Dutch to Swedish

Summary

Dutch to Swedish: more detail...

verlichten:
- minska; lätta; lindra; lysa upp; lysa; klarna; ljusna; göra ljus; lysa på; lasta av
Wiktionary:
- verlichten → underlätta, befrämja, mildra, lätta, upplysa, lysa upp

Dutch

Detailed Translations for verlichten from Dutch to Swedish

verlichten (lenigen; verzachten)
minska; lätta; lindra
- minska verbe (minskar, minskade, minskat)
- lätta verbe (lättar, lättade, lättat)
- lindra verbe (lindrar, lindrade, lindrat)
verlichten (beschijnen)
lindra; lysa upp; lysa; lätta; klarna; ljusna; göra ljus; lysa på
- lindra verbe (lindrar, lindrade, lindrat)
- lysa upp verbe (lyser upp, lyste upp, lyst upp)
- lysa verbe (lysar, lysade, lysat)
- lätta verbe (lättar, lättade, lättat)
- klarna verbe (klarnar, klarnade, klarnat)
- ljusna verbe (ljusnar, ljusnade, ljusnat)
- göra ljus verbe
- lysa på verbe (lyser på, lyste på, lyst på)
verlichten (van gewicht ontdoen)
lasta av
- lasta av verbe (lastar av, lastade av, lastat av)

1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Noun	Related Translations	Other Translations
lysa upp		lichter worden; oplichten
Verb	Related Translations	Other Translations
göra ljus	beschijnen; verlichten
klarna	beschijnen; verlichten	opklaren; wolken verdwijnen
lasta av	van gewicht ontdoen; verlichten	lossen; uitladen
lindra	beschijnen; lenigen; verlichten; verzachten	bedaren; kalmeren; lessen; opluchten; stillen; sussen; tot kalmte manen; vermurwen; vertederen; vervriendelijken; verzachten
ljusna	beschijnen; verlichten	bleek worden; licht worden; lichten; opklaren; wit wegtrekken; wolken verdwijnen
lysa	beschijnen; verlichten	blaken; glunderen; iets uitstralen; licht schijnen; licht uitzenden; stralen
lysa på	beschijnen; verlichten
lysa upp	beschijnen; verlichten	aan het licht komen; aansteken; aanstrijken; doen ontvlammen; opvrolijken; verschijnen; voor de dag komen; voordoen
lätta	beschijnen; lenigen; verlichten; verzachten	opluchten
minska	lenigen; verlichten; verzachten	achteruitgaan; afkorten; afnemen; afnemend; dalen; declineren; denigreren; inkrimpen; kleiner maken; kleineren; krimpen; lager maken; minder worden; minderen; minimaliseren; slinken; slinkend; tanen; tanend; terugdraaien; teruggaan; terugschroeven; verkleinen; verlagen; verminderen; vervallen
Not Specified	Related Translations	Other Translations
minska		afname voorraad; vermindering

Cross Translation:

From	To	Via
• verlichten	→ underlätta; befrämja	↔ faciliter — rendre facile.
• verlichten	→ mildra; lätta	↔ soulager — délivrer, débarrasser d’une partie de quelque fardeau.
• verlichten	→ upplysa; lysa upp	↔ éclairer — apporter de la lumière dans un endroit sombre.