Summary
Dutch
Detailed Translations for vertrekken from Dutch to Swedish
vertrekken:
Conjugations for vertrekken:
o.t.t.
- vertrek
- vertrekt
- vertrekt
- vertrekken
- vertrekken
- vertrekken
o.v.t.
- vertrok
- vertrok
- vertrok
- vertrokken
- vertrokken
- vertrokken
v.t.t.
- ben vertrokken
- bent vertrokken
- is vertrokken
- zijn vertrokken
- zijn vertrokken
- zijn vertrokken
v.v.t.
- was vertrokken
- was vertrokken
- was vertrokken
- waren vertrokken
- waren vertrokken
- waren vertrokken
o.t.t.t.
- zal vertrekken
- zult vertrekken
- zal vertrekken
- zullen vertrekken
- zullen vertrekken
- zullen vertrekken
o.v.t.t.
- zou vertrekken
- zou vertrekken
- zou vertrekken
- zouden vertrekken
- zouden vertrekken
- zouden vertrekken
diversen
- vertrek!
- vertrekt!
- vertrokken
- vertrekkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
het vertrekken (ruimte in een gebouw; kamer; vertrek)
-
het vertrekken (heengaan)
-
het vertrekken (weggaan)
Translation Matrix for vertrekken:
Synonyms for "vertrekken":
Antonyms for "vertrekken":
Related Definitions for "vertrekken":
Wiktionary Translations for vertrekken:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• vertrekken | → rymma | ↔ abscond — to depart secretly |
• vertrekken | → gå; avresa; avlägsna; avgå; resa; köra sin väg | ↔ depart — to leave |
• vertrekken | → gå; lämna | ↔ exit — go out |
• vertrekken | → gå; lämna | ↔ exit — leave |
• vertrekken | → avresa; lämna | ↔ leave — To depart (intransitive) |
• vertrekken | → ge sig iväg | ↔ partir — (vieilli) diviser en plusieurs parts. On ne l’emploie plus, en ce sens, que dans cette phrase : |
• vertrekken | → förvrida; förvränga | ↔ tordre — Traductions à trier suivant le sens |