Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. vervreemden:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for vervreemden from Dutch to Swedish

vervreemden:

vervreemden verbe (vervreemd, vervreemdt, vervreemdde, vervreemdden, vervreemd)

  1. vervreemden (stelen; pikken; verdonkeremanen; )
    stjäla
    • stjäla verbe (stjäler, stal, stulit)
  2. vervreemden (verwijderen; afnemen; ecarteren; )
    avlägsna; ta bort
    • avlägsna verbe (avlägsnar, avlägsnade, avlägsnat)
    • ta bort verbe (tar bort, tog bort, tagit bort)
  3. vervreemden (ontvreemden; stelen; jatten; )
    stjäla; nypa; knycka
    • stjäla verbe (stjäler, stal, stulit)
    • nypa verbe (nypar, nypade, nypat)
    • knycka verbe (knycker, knyckte, knyckt)
  4. vervreemden (stelen; pikken; verduisteren; )
    stjäla; sno; snatta; knycka
    • stjäla verbe (stjäler, stal, stulit)
    • sno verbe (snor, snodde, snott)
    • snatta verbe (snattar, snattade, snattat)
    • knycka verbe (knycker, knyckte, knyckt)

Conjugations for vervreemden:

o.t.t.
  1. vervreemd
  2. vervreemdt
  3. vervreemdt
  4. vervreemden
  5. vervreemden
  6. vervreemden
o.v.t.
  1. vervreemdde
  2. vervreemdde
  3. vervreemdde
  4. vervreemdden
  5. vervreemdden
  6. vervreemdden
v.t.t.
  1. ben vervreemd
  2. bent vervreemd
  3. is vervreemd
  4. zijn vervreemd
  5. zijn vervreemd
  6. zijn vervreemd
v.v.t.
  1. was vervreemd
  2. was vervreemd
  3. was vervreemd
  4. waren vervreemd
  5. waren vervreemd
  6. waren vervreemd
o.t.t.t.
  1. zal vervreemden
  2. zult vervreemden
  3. zal vervreemden
  4. zullen vervreemden
  5. zullen vervreemden
  6. zullen vervreemden
o.v.t.t.
  1. zou vervreemden
  2. zou vervreemden
  3. zou vervreemden
  4. zouden vervreemden
  5. zouden vervreemden
  6. zouden vervreemden
diversen
  1. vervreemd!
  2. vervreemdt!
  3. vervreemd
  4. vervreemdend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for vervreemden:

NounRelated TranslationsOther Translations
nypa afsnoepen; kneep; knijpen
ta bort wegruimen
VerbRelated TranslationsOther Translations
avlägsna afnemen; afzonderen; ecarteren; lichten; verplaatsen; vervreemden; verwijderen; wegbrengen; wegdoen; weghalen; wegnemen; wegwerken
knycka achterhouden; achteroverdrukken; gappen; inpikken; jatten; ontvreemden; pikken; stelen; verdonkeremanen; verduisteren; vervreemden; wegfutselen; wegkapen; wegpikken gappen; snaaien; stelen; weggraaien; wegpikken
nypa achteroverdrukken; gappen; inpikken; jatten; ontvreemden; pikken; stelen; verdonkeremanen; vervreemden; wegkapen; wegpikken drukken; knellen; strak zitten; vastknijpen
snatta achterhouden; achteroverdrukken; gappen; inpikken; jatten; ontvreemden; pikken; stelen; verdonkeremanen; verduisteren; vervreemden; wegfutselen; wegkapen; wegpikken
sno achterhouden; achteroverdrukken; gappen; inpikken; jatten; ontvreemden; pikken; stelen; verdonkeremanen; verduisteren; vervreemden; wegfutselen; wegkapen; wegpikken gappen; kroelen; snaaien; stelen; weggraaien; wegpikken
stjäla achterhouden; achteroverdrukken; afnemen; benemen; gappen; inpikken; jatten; kapen; leegstelen; ontfutselen; ontnemen; ontvreemden; pikken; plunderen; roven; snaaien; stelen; toeëigenen; verdonkeremanen; verdonkeren; verduisteren; vervreemden; wegfutselen; wegkapen; wegnemen; wegpakken; wegpikken afsnoepen; gappen; ladelichten; ontstelen; snaaien; stelen; weggraaien; wegpikken
ta bort afnemen; afzonderen; ecarteren; lichten; verplaatsen; vervreemden; verwijderen; wegbrengen; wegdoen; weghalen; wegnemen; wegwerken afnemen; afstoffen; afvoeren; meedragen; nemen uit; publicatie ongedaan maken; stoffen; uitgommen; uitlichten; uitvegen; uitvlakken; uitwissen; verwijderen; vlakken; wegdragen; wegsjouwen; wegslepen; wegvegen; wegvoeren; wissen

Wiktionary Translations for vervreemden:


Cross Translation:
FromToVia
vervreemden sälja vendrealiéner une chose, transporter, céder à quelqu’un la propriété d’une chose pour un certain prix, contre une somme d'argent.