Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. verwelken:


Dutch

Detailed Translations for verwelken from Dutch to Swedish

verwelken:

verwelken verbe (verwelk, verwelkt, verwelkte, verwelkten, verwelkt)

  1. verwelken (verkommeren; verdorren; verleppen)
    vissna; tyna bort
    • vissna verbe (vissnar, vissnade, vissnat)
    • tyna bort verbe (tynar bort, tynade bort, tynat bort)

Conjugations for verwelken:

o.t.t.
  1. verwelk
  2. verwelkt
  3. verwelkt
  4. verwelken
  5. verwelken
  6. verwelken
o.v.t.
  1. verwelkte
  2. verwelkte
  3. verwelkte
  4. verwelkten
  5. verwelkten
  6. verwelkten
v.t.t.
  1. ben verwelkt
  2. bent verwelkt
  3. is verwelkt
  4. zijn verwelkt
  5. zijn verwelkt
  6. zijn verwelkt
v.v.t.
  1. was verwelkt
  2. was verwelkt
  3. was verwelkt
  4. waren verwelkt
  5. waren verwelkt
  6. waren verwelkt
o.t.t.t.
  1. zal verwelken
  2. zult verwelken
  3. zal verwelken
  4. zullen verwelken
  5. zullen verwelken
  6. zullen verwelken
o.v.t.t.
  1. zou verwelken
  2. zou verwelken
  3. zou verwelken
  4. zouden verwelken
  5. zouden verwelken
  6. zouden verwelken
diversen
  1. verwelk!
  2. verwelkt!
  3. verwelkt
  4. verwelkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for verwelken:

VerbRelated TranslationsOther Translations
tyna bort verdorren; verkommeren; verleppen; verwelken
vissna verdorren; verkommeren; verleppen; verwelken