Dutch
Detailed Translations for verwonderend from Dutch to Swedish
verwonderend:
-
verwonderend (verbazingwekkend; fenomenaal; wonderbaarlijk; verbazend; opzienbarend; miraculeus; wonderlijk; wonderbaar; verwonderingwekkend; verbijsterend; curieus; verwonderlijk)
Translation Matrix for verwonderend:
Modifier | Related Translations | Other Translations |
häpnadsväckande | curieus; fenomenaal; miraculeus; opzienbarend; verbazend; verbazingwekkend; verbijsterend; verwonderend; verwonderingwekkend; verwonderlijk; wonderbaar; wonderbaarlijk; wonderlijk |
verwonderend form of verwonderen:
-
verwonderen (verbazen; verbijsteren; bevreemden)
-
verwonderen (afvragen)
Conjugations for verwonderen:
o.t.t.
- verwonder
- verwondert
- verwondert
- verwonderen
- verwonderen
- verwonderen
o.v.t.
- verwonderde
- verwonderde
- verwonderde
- verwonderden
- verwonderden
- verwonderden
v.t.t.
- heb verwonderd
- hebt verwonderd
- heeft verwonderd
- hebben verwonderd
- hebben verwonderd
- hebben verwonderd
v.v.t.
- had verwonderd
- had verwonderd
- had verwonderd
- hadden verwonderd
- hadden verwonderd
- hadden verwonderd
o.t.t.t.
- zal verwonderen
- zult verwonderen
- zal verwonderen
- zullen verwonderen
- zullen verwonderen
- zullen verwonderen
o.v.t.t.
- zou verwonderen
- zou verwonderen
- zou verwonderen
- zouden verwonderen
- zouden verwonderen
- zouden verwonderen
diversen
- verwonder!
- verwondert!
- verwonderd
- verwonderend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for verwonderen:
Noun | Related Translations | Other Translations |
fråga | interpellatie; issue; kwestie; punt; query; substantie; vraag | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
fråga | afvragen; verwonderen | bidden; navragen; onderzoeken; smeken; speuren; verzoeken; vorsen; vraag stellen; vragen |
förbluffa | bevreemden; verbazen; verbijsteren; verwonderen | overbluffen; overdonderen; verbluffen |
förvåna | bevreemden; verbazen; verbijsteren; verwonderen | |
undra | afvragen; verwonderen | dwalen; onderzoeken; speuren; vorsen |
överraska | bevreemden; verbazen; verbijsteren; verwonderen | iemand overvallen met iets; iets onverwachts doen; ontstellen; verontrusten; verrassen |
- | verbazen |
Synonyms for "verwonderen":
Related Definitions for "verwonderen":
Wiktionary Translations for verwonderen:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• verwonderen | → förvåna | ↔ étonner — (term, sens étymologique concret) ébranler à la manière du tonnerre. |