Dutch

Detailed Translations for verzetten from Dutch to Swedish

verzetten:

verzetten verbe (verzet, verzette, verzetten, verzet)

  1. verzetten (tegenspartelen; protesteren; tegenstribbelen)
    motsätta sig; göra motstånd; opponera sig
    • motsätta sig verbe (motsätter sig, motsatte sig, motsatt sig)
    • göra motstånd verbe (gör motstånd, gjorde motstånd, gjort motstånd)
    • opponera sig verbe (opponerar sig, opponerade sig, opponerat sig)
  2. verzetten (verplaatsen; disloqueren; verschuiven; )
    flytta; flytta bort
    • flytta verbe (flyttar, flyttade, flyttat)
    • flytta bort verbe (flyttar bort, flyttade bort, flyttat bort)
  3. verzetten (plaats maken; verplaatsen; opschuiven)
    flytta på sig; flytta undan; maka på sig
    • flytta på sig verbe (flyttar på sig, flyttade på sig, flyttat på sig)
    • flytta undan verbe (flyttar undan, flyttade undan, flyttat undan)
    • maka på sig verbe (makar på sig, makade på sig, makat på sig)

Conjugations for verzetten:

o.t.t.
  1. verzet
  2. verzet
  3. verzet
  4. verzetten
  5. verzetten
  6. verzetten
o.v.t.
  1. verzette
  2. verzette
  3. verzette
  4. verzetten
  5. verzetten
  6. verzetten
v.t.t.
  1. heb verzet
  2. hebt verzet
  3. heeft verzet
  4. hebben verzet
  5. hebben verzet
  6. hebben verzet
v.v.t.
  1. had verzet
  2. had verzet
  3. had verzet
  4. hadden verzet
  5. hadden verzet
  6. hadden verzet
o.t.t.t.
  1. zal verzetten
  2. zult verzetten
  3. zal verzetten
  4. zullen verzetten
  5. zullen verzetten
  6. zullen verzetten
o.v.t.t.
  1. zou verzetten
  2. zou verzetten
  3. zou verzetten
  4. zouden verzetten
  5. zouden verzetten
  6. zouden verzetten
diversen
  1. verzet!
  2. verzet!
  3. verzet
  4. verzettend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for verzetten:

NounRelated TranslationsOther Translations
flytta uitnemen
VerbRelated TranslationsOther Translations
flytta disloqueren; roeren; verleggen; verplaatsen; verschikken; verschuiven; vervoeren; verzetten bewegen; iets verplaatsen; omruilen; omwisselen; overplaatsen; ruilen; schuivend verplaatsen; standplaats veranderen; verhuizen; verkassen; verleggen; verplaatsen; verrijden; verschuiven; vertillen; verwisselen; voor zich uitschuiven; wisselen; zich verplaatsen
flytta bort disloqueren; roeren; verleggen; verplaatsen; verschikken; verschuiven; vervoeren; verzetten
flytta på sig opschuiven; plaats maken; verplaatsen; verzetten
flytta undan opschuiven; plaats maken; verplaatsen; verzetten
göra motstånd protesteren; tegenspartelen; tegenstribbelen; verzetten verzet tonen; zich verzetten
maka på sig opschuiven; plaats maken; verplaatsen; verzetten
motsätta sig protesteren; tegenspartelen; tegenstribbelen; verzetten in de clinch liggen; verzet tonen; zich verzetten
opponera sig protesteren; tegenspartelen; tegenstribbelen; verzetten bezwaar aantekenen; bezwaar maken; bezwaren; opponeren; tegenspreken; tegenwerpen

Antonyms for "verzetten":


Related Definitions for "verzetten":

  1. doen of uitvoeren1
    • zij verzetten met elkaar veel werk1
  2. op een andere dag, tijd of plaats zetten1
    • de vergadering is verzet naar dinsdag1
  3. proberen het te laten ophouden of niet door te laten gaan1
    • het onderwijs verzet zich tegen de bezuinigingen1

Wiktionary Translations for verzetten:


Cross Translation:
FromToVia
verzetten flytta move — to transfer from one space or position to another
verzetten tillrusta; tillaga; rusta sig apprêterpréparer, mettre en état.

Related Translations for verzetten