Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. voldoening geven:


Dutch

Detailed Translations for voldoening geven from Dutch to Swedish

voldoening geven:

voldoening geven verbe (geef voldoening, geeft voldoening, gaf voldoening, gaven voldoening, voldoening gegeven)

  1. voldoening geven (bevredigen; begeerte stillen)
    tillfredsställa
    • tillfredsställa verbe (tillfredsställer, tillfredsställde, tillfredsställt)

Conjugations for voldoening geven:

o.t.t.
  1. geef voldoening
  2. geeft voldoening
  3. geeft voldoening
  4. geven voldoening
  5. geven voldoening
  6. geven voldoening
o.v.t.
  1. gaf voldoening
  2. gaf voldoening
  3. gaf voldoening
  4. gaven voldoening
  5. gaven voldoening
  6. gaven voldoening
v.t.t.
  1. heb voldoening gegeven
  2. hebt voldoening gegeven
  3. heeft voldoening gegeven
  4. hebben voldoening gegeven
  5. hebben voldoening gegeven
  6. hebben voldoening gegeven
v.v.t.
  1. had voldoening gegeven
  2. had voldoening gegeven
  3. had voldoening gegeven
  4. hadden voldoening gegeven
  5. hadden voldoening gegeven
  6. hadden voldoening gegeven
o.t.t.t.
  1. zal voldoening geven
  2. zult voldoening geven
  3. zal voldoening geven
  4. zullen voldoening geven
  5. zullen voldoening geven
  6. zullen voldoening geven
o.v.t.t.
  1. zou voldoening geven
  2. zou voldoening geven
  3. zou voldoening geven
  4. zouden voldoening geven
  5. zouden voldoening geven
  6. zouden voldoening geven
diversen
  1. geef voldoening!
  2. geeft voldoening!
  3. voldoening gegeven
  4. voldoening gevend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for voldoening geven:

VerbRelated TranslationsOther Translations
tillfredsställa begeerte stillen; bevredigen; voldoening geven tevreden stellen; vergenoegen

Related Translations for voldoening geven