Noun | Related Translations | Other Translations |
trycka framåt
|
|
oprukken
|
uppmuntra
|
|
bemoedigingen
|
Verb | Related Translations | Other Translations |
befordra
|
iemand begunstigen; voorschuiven; voortrekken
|
avanceren; helpen; iets transporteren; naar voren plaatsen; promoten; transporteren; vervoeren; vervroegen; vroeger uitvoeren dan gepland
|
favorisera
|
iemand begunstigen; voorschuiven; voortrekken
|
|
flytta upp
|
duwen; opschuiven; voorschuiven; vooruitschuiven
|
|
föredra
|
iemand begunstigen; voorschuiven; voortrekken
|
kiezen; prefereren; schiften; selecteren; selectie toepassen; uitkiezen; uitpikken; uitverkiezen; uitzoeken; verkiezen; ziften
|
gynna
|
begunstigen; bevoordelen; iemand begunstigen; voorschuiven; voortrekken
|
protegeren
|
skjuta framför sig
|
voorin schuiven; voorschuiven
|
|
trycka framåt
|
duwen; opschuiven; voorschuiven; vooruitschuiven
|
|
understödja
|
begunstigen; bevoordelen; iemand begunstigen; voorschuiven; voortrekken
|
ondersteunen; protegeren; rugsteunen; steunen
|
uppmuntra
|
iemand begunstigen; voorschuiven; voortrekken
|
aanmoedigen; aanvuren; aanzetten tot; bejubelen; bemoedigen; bezielen; blij maken; geruststellen; instigeren; moed inspreken; motiveren; opbeuren; opfleuren; opmonteren; provoceren; stimuleren; toejuichen; toemoedigen; verkwikken; vrolijker worden
|
Modifier | Related Translations | Other Translations |
uppmuntra
|
|
opgekikkerd; opgeknapt
|