Summary
Dutch to Swedish: more detail...
- waarschijnlijk:
-
Wiktionary:
- waarschijnlijk → troligtvis
- waarschijnlijk → sannolikt, troligen, antagligen, förmodligen
- waarschijnlijk → nog, sannolikt, troligen, antagligen, förmodligen, troligtvis, rimlig, antaglig, sannolik, trolig
Dutch
Detailed Translations for waarschijnlijk from Dutch to Swedish
waarschijnlijk:
-
waarschijnlijk (vermoedelijk)
-
waarschijnlijk (plausibel; geloofwaardig; aannemelijk; acceptabel)
plausibelt; antagligen; sannolikt; troligt; sannolik-
plausibelt adj
-
antagligen adj
-
sannolikt adj
-
troligt adj
-
sannolik adj
-
Translation Matrix for waarschijnlijk:
Adjective | Related Translations | Other Translations |
- | vermoedelijk | |
Modifier | Related Translations | Other Translations |
antagligen | aannemelijk; acceptabel; geloofwaardig; plausibel; waarschijnlijk | |
möjlig | vermoedelijk; waarschijnlijk | doenlijk |
möjligt | vermoedelijk; waarschijnlijk | doenlijk |
plausibelt | aannemelijk; acceptabel; geloofwaardig; plausibel; waarschijnlijk | |
sannolik | aannemelijk; acceptabel; geloofwaardig; plausibel; waarschijnlijk | |
sannolikt | aannemelijk; acceptabel; geloofwaardig; plausibel; waarschijnlijk | |
trolig | vermoedelijk; waarschijnlijk | |
troligt | aannemelijk; acceptabel; geloofwaardig; plausibel; vermoedelijk; waarschijnlijk | |
tänkbart | vermoedelijk; waarschijnlijk |
Related Words for "waarschijnlijk":
Synonyms for "waarschijnlijk":
Antonyms for "waarschijnlijk":
Related Definitions for "waarschijnlijk":
Wiktionary Translations for waarschijnlijk:
waarschijnlijk
Cross Translation:
adjective
-
aannemelijk, iets dat vermoedelijk zo is
- waarschijnlijk → troligtvis
-
aannemelijk, iets dat vermoedelijk zo is
- waarschijnlijk → sannolikt; troligen; antagligen; förmodligen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• waarschijnlijk | → nog; sannolikt; troligen; antagligen; förmodligen; troligtvis | ↔ probably — in all likelihood |
• waarschijnlijk | → antagligen; rimlig | ↔ wahrscheinlich — in relativ hohem Grad möglich, mit ziemlicher Sicherheit anzunehmen |
• waarschijnlijk | → antaglig; sannolik; trolig | ↔ vraisemblable — Qui paraît vrai, qui a l’apparence de la vérité, qui pouvoir passer pour vrai. |