Dutch

Detailed Translations for wagen from Dutch to Swedish

wagen:

wagen verbe (waag, waagt, waagde, waagden, gewaagd)

  1. wagen (durven; riskeren; avonturen)
    våga; tordas; äventyra; riskera
    • våga verbe (vågar, vågade, vågat)
    • tordas verbe (torder, tordde, tordast)
    • äventyra verbe (äventyr, äventyrde, äventyrt)
    • riskera verbe (riskerar, riskerade, riskerat)

Conjugations for wagen:

o.t.t.
  1. waag
  2. waagt
  3. waagt
  4. wagen
  5. wagen
  6. wagen
o.v.t.
  1. waagde
  2. waagde
  3. waagde
  4. waagden
  5. waagden
  6. waagden
v.t.t.
  1. heb gewaagd
  2. hebt gewaagd
  3. heeft gewaagd
  4. hebben gewaagd
  5. hebben gewaagd
  6. hebben gewaagd
v.v.t.
  1. had gewaagd
  2. had gewaagd
  3. had gewaagd
  4. hadden gewaagd
  5. hadden gewaagd
  6. hadden gewaagd
o.t.t.t.
  1. zal wagen
  2. zult wagen
  3. zal wagen
  4. zullen wagen
  5. zullen wagen
  6. zullen wagen
o.v.t.t.
  1. zou wagen
  2. zou wagen
  3. zou wagen
  4. zouden wagen
  5. zouden wagen
  6. zouden wagen
diversen
  1. waag!
  2. waagt!
  3. gewaagd
  4. wagend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

wagen [de ~ (m)] nom

  1. de wagen (paardenwagen)
  2. de wagen (durven)
  3. de wagen (vehikel; voertuig; rijtuig; kar)
    bil
    • bil [-en] nom

Translation Matrix for wagen:

NounRelated TranslationsOther Translations
bil auto; kar; rijtuig; vehikel; voertuig; wagen automobiel; personenauto
ha mod durven; wagen
hästkärra paardenwagen; wagen
ta risken durven; wagen
våga durven; wagen
VerbRelated TranslationsOther Translations
riskera avonturen; durven; riskeren; wagen avonturieren; een gok wagen; gokken; inzetten; speelgeld inzetten
tordas avonturen; durven; riskeren; wagen aandurven
våga avonturen; durven; riskeren; wagen aandurven; avonturieren; inzetten; speelgeld inzetten
äventyra avonturen; durven; riskeren; wagen
- durven

Related Words for "wagen":


Synonyms for "wagen":


Antonyms for "wagen":


Related Definitions for "wagen":

  1. je niet door angst of onzekerheid laten tegenhouden1
    • hij waagde het toch naar huis te rijden met die gladheid1
  2. vervoermiddel dat bestaat uit een kar of bak met vier wielen1
    • de baby ligt in de kinderwagen1

Wiktionary Translations for wagen:


Cross Translation:
FromToVia
wagen automobil; bil car — automobile, a vehicle steered by a driver
wagen riskera; chansa chance — to try or risk
wagen våga; tordas; töras dare — to have courage
wagen riskera dare — to brave or face up to
wagen vagn; kärra wagon — cart
wagen riskera; våga; äventyra aventurerhasarder, mettre à l’aventure.
wagen fordon; åkdon bagnole — France|fr (familier, fr) voiture, automobile.
wagen riskera; våga; äventyra; töras oser — Avoir la hardiesse, l’audace de dire, de faire quelque chose.
wagen riskera; våga; äventyra risquerhasarder, exposer à un danger possible, à une chance douteux.
wagen bil voiture — Caisse sur roues

waag:

waag [de ~ (m)] nom

  1. de waag (weegschaal; bascule; balans)
  2. de waag (weegbrug)
    våg; balansvåg
  3. de waag (weeghuis)
    våg; våghus

Translation Matrix for waag:

NounRelated TranslationsOther Translations
balansvåg waag; weegbrug
viktmätarinstrument balans; bascule; waag; weegschaal
våg balans; bascule; waag; weegbrug; weeghuis; weegschaal snelweger
våghus waag; weeghuis waaggebouw

Related Words for "waag":


Wiktionary Translations for waag:


Cross Translation:
FromToVia
waag risk aléa — désuet|fr chance bonne ou mauvaise.
waag risk risquepossibilité d’un événement négatif, péril possible, hasard dangereux.

External Machine Translations:

Related Translations for wagen