Detailed Translations for gå upp from Swedish to Dutch
gå upp:
-
gå upp
-
gå upp
-
gå upp
-
-
-
-
stijgen;
rijzen;
omhoog rijzen;
omhoog komen;
aanwassen;
omhoogstijgen
-
stijgen
verbe
(stijg, stijgt, steeg, stegen, gestegen)
-
rijzen
verbe
(rijs, rijst, rees, rezen, gerezen)
-
omhoog rijzen
verbe
(rijs omhoog, rijst omhoog, rees omhoog, rezen omhoog, omhoog gerezen)
-
omhoog komen
verbe
(kom omhoog, komt omhoog, kwam omhoog, kwamen omhoog, omhooggekomen)
-
aanwassen
verbe
(was aan, wast aan, waste aan, wasten aan, aangewassen)
-
omhoogstijgen
verbe
(stijg omhoog, stijgt omhoog, steeg omhoog, stegen omhoog, omhooggestegen)
-
splitsen;
kloven;
uiteensplijten;
splijten;
klieven
-
splitsen
verbe
(splits, splitst, splitsde, splitsden, gesplitst)
-
kloven
verbe
(kloof, klooft, kloofde, kloofden, gekloofd)
-
uiteensplijten
verbe
(splijt uiteen, splijtte uiteen, splijtten uiteen, uiteengespleten)
-
splijten
verbe
(splijt, speet, spleten, gespleten)
-
klieven
verbe
(klief, klieft, kliefde, kliefden, gekliefd)
Translation Matrix for gå upp:
Wiktionary Translations for gå upp:
External Machine Translations:
Related Translations for gå upp