Swedish

Detailed Translations for gräll from Swedish to Dutch

gräll:


Synonyms for "gräll":


Wiktionary Translations for gräll:


Cross Translation:
FromToVia
gräll schreeuwlelijk; wansmakelijk garish — overly ostentatious; so colourful as to be in bad taste
gräll guur; scherp; snerpend; snijdend; vlijmend; hatelijk; bijtend; doordringend; fel; schel; schril; zuur aigre — Qui a une saveur acide et amère provoquant un sentiment désagréable.
gräll schril; schel; snerpend; hatelijk; acuut; helder; scherp; bijtend; doordringend; fel; guur aigu — Qui a un aspect pointu, tranchant, voire déchirer.
gräll bijtend; doordringend; fel; guur; schel; scherp; schril; snerpend coupant — Qui couper.
gräll bijtend; doordringend; fel; guur; schel; scherp; schril; snerpend cuisant — Qui produire une douleur âpre et aiguë.
gräll bijtend; doordringend; fel; guur; schel; scherp; schril; snerpend; fijn; spitsvondig; subtiel; ad rem; geestig; gevat; snedig; gekuist findélié, menu, mince ou étroit.
gräll bijtend; doordringend; fel; guur; schel; scherp; schril; snerpend incisif — Qui couper ou qui est propre à couper.
gräll bijtend; doordringend; fel; guur; schel; scherp; schril; snerpend mordant — didact|fr Qui mordre.
gräll bijtend; doordringend; fel; guur; schel; scherp; schril; snerpend; bits; snibbig perçant — Qui percer, qui pénétrer.
gräll pikant; guur; scherp; snerpend; snijdend; vlijmend; kruidig; prikkelend; hatelijk; bijtend; doordringend; fel; schel; schril piquant — Qui piquer.
gräll bijtend; doordringend; fel; guur; schel; scherp; schril; snerpend; puntig; spits; vooruitstrevend pointu — Qui se termine en pointe
gräll bijtend; doordringend; fel; guur; schel; scherp; schril; snerpend pénétrant — Qui pénétrer.
gräll bijtend; doordringend; fel; guur; schel; scherp; schril; snerpend; merkwaardig; opmerkelijk; op de voorgrond tredend; prominent; uitstekend; vooruitstekend saillant — Qui avancer, qui sortir en dehors.
gräll bijtend; doordringend; fel; guur; schel; scherp; schril; snerpend; levendig; druk; kras; kwiek; opgewekt; rap; tierig; vief; wakker vif — Qui est en vie.
gräll bijtend; doordringend; fel; guur; schel; scherp; schril; snerpend âpre — Qui, par sa rudesse ou son âcreté, produit une sensation désagréable aux organes du toucher, de l’ouïe ou du goût.