Summary
Swedish to Dutch: more detail...
-
rygga:
-
Wiktionary:
rygga → achteruitlopen, terugdeinzen, teruggaan, achteruitgaan, terrein verliezen, teruglopen, verlopen, aanhouden, uitstellen, verdagen, verschuiven, toegeven, afstaan, wijken
-
Wiktionary:
Swedish
Detailed Translations for rygga from Swedish to Dutch
Wiktionary Translations for rygga:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• rygga | → achteruitlopen; terugdeinzen; teruggaan; achteruitgaan; terrein verliezen; teruglopen; verlopen; aanhouden; uitstellen; verdagen; verschuiven; toegeven; afstaan; wijken | ↔ reculer — tirer ou pousser un objet en arrière. |