Summary
Swedish to Dutch: more detail...
-
återgälda:
-
Wiktionary:
återgälda → restitueren, terugbetalen, terugstorten, vergelden, herkrijgen, herwinnen, manen, aanmanen, aansporen, beknorren, berispen, terechtwijzen, verwijten, beoordelen, keuren, kritiseren
-
Wiktionary:
Swedish
Detailed Translations for återgälda from Swedish to Dutch
återgälda: (*Using Word and Sentence Splitter)
- återgå: teruggaan; dateren; teruggrijpen
- löda: solderen; hardsolderen
- låda: kist; krat; bus; doos; blik; lade; la; trommel; blikje; opbergdoos; schuiflade; schuifla; opbergblik; laatje; box; kluisje; opbergruimte
Wiktionary Translations for återgälda:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• återgälda | → restitueren; terugbetalen; terugstorten; vergelden | ↔ rembourser — rendre à quelqu’un le montant de ses débours ; payer à quelqu’un le prix de ce qu’il avait acheter et qu’il n’a pas reçu ou dont il se refuser à prendre livraison ; compenser des dépenses qu’on a fait faire ou des pertes qu’on a [[causer|causées] |
• återgälda | → herkrijgen; herwinnen; manen; aanmanen; aansporen; beknorren; berispen; terechtwijzen; verwijten; restitueren; terugbetalen; terugstorten; vergelden; beoordelen; keuren; kritiseren | ↔ reprendre — Prendre de nouveau. (Sens général) |