Interglot - "kallelse" translated from Swedish to Dutch

Summary

Swedish to Dutch: more detail...

kallelse:
- vocatie; roeping; dagvaarding; convocatie; oproeping; aanroeping; dagvaardingen; dagingen; roep; geschreeuw; geroep
Wiktionary:
- kallelse → roeping

Swedish

Detailed Translations for kallelse from Swedish to Dutch

kallelse
de vocatie; de roeping
- vocatie [de ~ (v)] nom
- roeping [de ~ (v)] nom
kallelse
de dagvaarding
- dagvaarding [de ~ (v)] nom
kallelse
de convocatie; de oproeping
- convocatie [de ~ (v)] nom
- oproeping [de ~ (v)] nom
kallelse (upprop)
de aanroeping
- aanroeping [de ~ (v)] nom
kallelse (inkallande; befallning)
de dagvaardingen; de dagingen
- dagvaardingen [de ~] nom, pluriel
- dagingen [de ~] nom, pluriel
kallelse (sammankallande; upprop; inkallelse)
de roep; het geschreeuw; het geroep
- roep [de ~ (m)] nom
- geschreeuw [het ~] nom
- geroep [het ~] nom

Noun	Related Translations	Other Translations
aanroeping	kallelse; upprop
convocatie	kallelse	kungörelse; tillkännagivande; upplysning
dagingen	befallning; inkallande; kallelse
dagvaarding	kallelse	frammaningar
dagvaardingen	befallning; inkallande; kallelse
geroep	inkallelse; kallelse; sammankallande; upprop
geschreeuw	inkallelse; kallelse; sammankallande; upprop	galande; hojtande; ropande; rytande; skrikande; tjutande; vrålanede
oproeping	kallelse
roep	inkallelse; kallelse; sammankallande; upprop	anseende; reputation; rykte; skrik; upprop
roeping	kallelse	avsändning; expediering; spedition; uträttande
vocatie	kallelse

Cross Translation:

From	To	Via
• kallelse	→ roeping	↔ Berufung — besondere Befähigung, die jemand als Auftrag empfindet